Expertisecentrum Buitenpromoveren

Alan Turing - door Kerstin

De essentie van plagiaat is het overnemen van andermans werk zonder bronvermelding. Plagiaatsoftware claimt proefschriften te herkennen die niet van origine van de hand van de vermelde auteur zijn. Maar wat als het gepresenteerde proefschrift is geproduceerd door artificial intelligence? Geen plagiaat, maar ook niet zelf geschreven...

De NOS gebruikte dit jaar voor het eerst jaarrobotjournalistiek om snel nieuwsberichten over de Europese verkiezingen 2019 te kunnen genereren. Het ontwikkelen van de benodigde software duurde niet eens zo lang: een hackathon en een paar dagen bijschaven was voldoende voor een prima werkende versie. Wat data invoeren, en na een druk op de knop kon het feest beginnen. Feest ja, want de robotjournalist werkt sneller, valt 's nachts niet in slaap, maakt geen typfouten, hoeft niet op vakantie, en krijgt geen wilde ideeën over staken voor loonsverhoging. En het lijkt erop dat geen enkele lezer doorhad dat het om automatisch gegenereerde nieuwsberichten ging. Toch zijn de feitelijke toepassingen gering: voor de echte diepgang en duiding is nog steeds de hand van de professional nodig. Wàs nodig.

Het Amerikaanse bedrijf OpenAI heeft een schrijfrobot ontwikkeld die dermate slim is, dat men vreest dat deze in verkeerde handen gevaarlijke gevolgen kan hebben. En dus is besloten om de software niet op de markt te brengen. Zo voedden de ontwikkelaars het systeem met de volgende woorden in de stijl van de Lord of the Rings:

Legolas and Gimli advanced on the orcs, raising their weapons with a harrowing war cry.

Dat leverde de volgende spontane, maar nogal gewelddadige output op:

The orcs' response was a deafening onslaught of claws, claws, and claws; even Elrond was forced to retreat. "You are in good hands, dwarf," said Gimli, who had been among the first to charge at the orcs; it took only two words before their opponents were reduced to a blood-soaked quagmire, and the dwarf took his first kill of the night.

En daarmee lijkt (eindelijk) een systeem meer dan overtuigend te slagen voor de Turingtest. De Engelse wiskundige Alan Turing die deze test ontwikkelde en zijn naam gaf (en zoals recent bekend werd, wiens portret vanaf 2021 op het nieuwe 50-pondbiljet komt), is bij het grote publiek vooral bekend vanwege zijn beslissende rol bij het kraken van de Enigma-code in de Tweede Wereldoorlog, en de prachtige film The Imitation Game die daarover is gemaakt. In zijn artikel Computing Machinery and Intelligence (1950, pp. 433-60) presenteerde hij een simulatieprogramma waarvoor de computer slaagt wanneer (even kort door de bocht gezegd) een ondervrager niet kan bepalen of deze nu met een persoon of machine communiceert.

Tja, allemaal mooi die technologische vooruitgang. Maar nu terug naar de proefschriften. Is het denkbaar dat er op termijn proefschriften dan wel wetenschappelijke artikelen verschijnen waarvan de enige inbreng van de auteur bestaat uit het invoeren van wat keywords? Geen plagiaatsoftware die daar doorheen prikt, want het is geen plagiaat. Natuurlijk is er wél sprake van verrijking van het wetenschappelijk body of knowledge. En laten we wel zijn, de vorm van proefschriften is al vaker radicaal veranderd: van het verdedigen van geschriften van de promotor, via het indienen van slechts enkele stellingen tot het hedendaagse boekje op het keurige formaat van 24x17 cm. Dan kan dit er ook nog wel bij.


Turing, A.M. (1950). Computing machinery and intelligence. Mind, 59(236).

01-07-2019