Veel wetenschappers hebben er last van: het gevoel dat de buitenwereld er elk moment achter kan komen dat ze toch niet zo slim zijn als hun titels doen vermoeden. Het gevoel dat je als bedrieger ontmaskerd gaat worden, heet impostor syndrome en komt voort uit twijfel over je eigen prestaties. Heel vervelend, maar je kunt er ook iets aan doen.
Albert Einstein wordt vaak aangehaald als toonbeeld van creatief denken, genie in het stellen van vragen en grossier in wijze oneliners over de wonderen van de vrije geest en het belang daarvan. Hier zijn zo maar wat voorbeelden van zijn aanmoedigingen om vooral voorbij het gangbare denken te komen:
• Great spirits have always encountered violent opposition from mediocre minds.
• Not everything that can be counted counts, and not everything that counts can be counted.
• Any intelligent fool can make things bigger and more complex… It takes a touch of genius – and a lot of courage to move in the opposite direction.
• In the middle of difficulty lies opportunity.
• A person who never made a mistake never tried anything new.
• The important thing is to not stop questioning. Curiosity has its own reason for existing.
• Education is not the learning of facts, it’s rather the training of the mind to think.
• I have no special talent. I am only passionately curious.
• It’s not that I’m so smart, it’s just that I stay with problems longer.
De laatste twee uitspraken laten ook een zekere bescheidenheid zien, een relativering van zijn talent. En de volgende uitspraak is daar nog extremer in:
• The exaggerated esteem in which my lifework is held makes me very ill at ease. I feel compelled to think of myself as an involuntary swindler.
U leest het goed: de man die onbetwistbaar de loop van de geschiedenis heeft veranderd met zijn bijdragen aan de natuurwetenschappen en daar uit volgende technologische innovaties, leed aan het bedriegerscomplex. En hij was buitenpromovendus, wist u dat ook? Niet vreemd, want in die tijd was promoveren sowieso nog geen universitaire functie; iedereen was dus buitenpromovendus, maar een positie als docent aan een universiteit zou daarbij wel ideaal zijn. Omdat het Einstein niet lukte een dergelijke positie te verwerven, werkte hij in een Zwitsers patentbureau terwijl hij zijn proefschrift voorbereidde. Zonder rancune trouwens: hij had het naar zijn zin bij de Federal Office for Intellectual Poperty en “I am thankful for all of those who said NO to me. It’s because of them I’m doing it myself.” Pas na zijn promotie begon zijn loopbaan binnen de universitaire wereld. En hoewel die indrukwekkend was, bleef blijkbaar die angst voor ontmaskering aan hem knagen.
Herkenbaar? Hier zijn drie tips voor hoe ermee om te gaan:
1. Vertel dat u aan het promoveren bent. Tijdens onze workshops vragen we aan het begin altijd wie zich al ‘buitenpromovendus’ noemt. De meesten zeggen van niet, sommigen geven schoorvoetend toe het wel eens te opperen, een enkeling zegt volmonding ‘ik’, meestal omdat er al een promotor dan wel contract met een universiteit is. Maar hoe langer u uw ambities verzwijgt, des te langer hebt u de tijd om het gevoel te krijgen dat u niet ‘echt’ aan het promoveren bent, dat u ‘buitenpromovendus’ speelt maar niet bent. Wees dus niet te bescheiden, u gaat als het goed is écht een prestatie van omvang neerzetten. Bijkomend voordeel: het is gemakkelijker contact te leggen met wetenschappers als u een collegiaal beroep op hen wil doen.
2. Blijf productief, stel het schrijven niet uit. Uitstelgedrag en uw ideeën voor uzelf houden voedt alleen maar het idee dat u niet echt aan het promoveren bent. Gewoon beginnen, al is alles nog maar prematuur (wat je aandacht geeft, groeit). Bijkomend voordeel: door iets zichtbaar te maken, kunt u er feedback op vragen en die kan de kwaliteit van uw werk ten goede komen.
3. Erken uw eigen aandeel in uw prestaties, schuif niet alles op ‘mazzel’ en ‘hulp’. Erken die ook als ze er waren (voorwoorden staan niet voor niets vol met dankwoorden), maar erken ze niet alles enige factor in uw geslaagde onderneming. U bent echt de aller-enige aan wie de titel uiteindelijk verleend wordt. Dat betekent dat u erkend wordt als de enige die dit werk verzet heeft. Bijkomend voordeel: alle cadeaus op uw promotiereceptie zijn ook echt alleen voor u.
Een middagje surfen op internet levert nog veel meer tips en adviezen op. Neem die moeite en laat u het plezier van de intellectuele verwondering en groei van het promoveren niet vergallen door het gevoel eigenlijk – uiteindelijk – deep down maar heel klein te zijn. Dat gevoel is de bedrieger, u bent dat niet.
01-01-2019