Expertisecentrum Buitenpromoveren

Anton Heyboer - door Kerstin

Afgelopen week, op woensdag 26 oktober 2016 om precies te zijn, zond 2Doc een documentaire uit over mogelijke vervalsingen van het werk van Anton Heyboer. Twee kunsthandelaren hebben in een periode van acht jaar in goed vertrouwen circa vierduizend werken gekocht van ene Robbert de Bakker, die niet wil prijsgeven wie zijn leverancier is. Blijkbaar dus niet Heyboer zelf.

In 1994 was er op televisie een documentaire over leven en werk van deze kunstenaar. Hij had het voor elkaar gekregen om met vijf vrouwen, van wie één buitenvrouw, een wonderlijke woonplek te creëren in Den Ilp. De buitenvrouw Petra heette buitenvrouw omdat zij het winkeltje bestierde waar Heyboer voor een habbekrats zijn werk verkocht.

Wij aarzelden geen moment, en reden op de eerste de beste vrije dag naar Den Ilp. Alleen al de ontmoeting met de kleurrijk opgemaakte en uitgedoste Petra was een artistieke ervaring. We kochten een mooie ets uit 1985. Ons bezoek toen leverde niet alleen een mooi schilderij aan de wand op, maar blijkt ook nog eens bijzonder nuttig. Want wie er ook twijfelt aan de echtheid van het werk van Heyboer dat hij of zij in bezit heeft, wij in ieder geval niet. Simpelweg omdat we de originele bron hebben opgezocht.

Dat is niet minder belangrijk als het gaat om referenties in een proefschrift of wetenschappelijk artikel. Het overnemen van een referentie uit een secundaire bron is vragen om narigheid. Meer mensen dan u denkt zijn dyslectisch, vermoeid of gewoon slordig. En u neemt de daaruit voortkomende onvolkomenheden gewoon over. Niet omdat u dyslectisch, vermoeid of slordig bent, maar gemakzuchtig. Wat maken die twee opzoekminuten nu uit op zes jaar onderzoek?

Dit brengt ons dicht bij de Franse filosoof Baudrillard en zijn simulacra. Het lezen van een secundaire, zelfs letterlijke weergave van een tekst is niet de tekst zelf. Oftewel: ceci n'est pas une pipe, zo wist Magritte al eind jaren twintig. Toch lijkt de secundaire bron 'echter' dan het origineel: immers, doordat aan het werk wordt gerefereerd, is de geciteerde tekst belangrijker en waardevoller dan het origineel dat (nog) door niemand wordt genoemd. Het oorspronkelijke werk verwordt daarmee tot een simulacrum: een werkelijkheid die wordt verdrongen door een kopie, en die werkelijkheid pas wordt gekend na kennisneming van die kopie. Sterker nog: mogelijk hebben deze kopieën (lees: 'secundaire bronnen') niet eens een origineel achter zich staan. En dan wordt het wetenschappelijk gezien pas echt gevaarlijk.

In onze workshops spreek ik regelmatig de dreigende woorden uit The X-Files uit: Trust no one. Ga dus altijd voor het origineel. Dan bent u in ieder geval al op de helft van de zes principes van behoorlijke wetenschapsbeoefening: Eerlijkheid en zorgvuldigheid, Betrouwbaarheid, en Controleerbaarheid.

02-11-2016