Controversieel onderzoek is van alle tijden. Een paar maanden geleden ben ik naar de overzichtstentoonstelling ‘Design van het Derde Rijk’ geweest, in Design Museum Den Bosch. “Pure verheerlijking”, bekritiseert de Bond van Antifascisten dit initiatief over gestileerde propaganda. Het zou een stormloop van neo-nazi’s betekenen, zo vreesden sommigen. Hordes mensen zouden selfies maken met Hitler, waarschuwden anderen. Ruben Vis, algemeen secretaris van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap, nam vooral aanstoot aan de hoofdvraag van de expositie: ‘Zouden de nazi’s ook zo’n succes hebben gehad als hun design niet zo goed was geweest?’
De tentoonstelling leek mij grondig en objectief te zijn opgezet. Geen propaganda voor de propaganda dus. Daarnaast is Volkswagen - het vervoermiddel dat Ferdinand Porsche in opdracht van Adolf Hitler met staatsgeld ontwikkelde - volgens cijfers van de RAI met 10,9 procent marktaandeel de beste verkochte nieuwe auto in het eerste half jaar van 2019. Tweedehands bezetten de Volkswagen Golf en Polo de eerste en tweede plek. Blijkbaar mogen we wél genieten van iets wat uit slechtheid voortkomt.
Het museumbezoek herinnerde mij opeens weer aan mijn vakantie in Egypte medio jaren negentig. In ons vriendelijke hotel was de kamer op de begane grond, het dichtste bij de Rode Zee, permanent verhuurd aan een oudere man, genaamd Willy. Der Willy wel te verstaan. Dagelijks hadden we steevast een vriendelijke groet of een kort praatje. Toen de dag aanbrak dat wij afscheid namen om door te reizen naar onze volgende bestemming, liet Willy zich onverwacht van een geheel andere kant zien. “Der einzige gute Jude is ein toter Jude”, raasde en tierde hij toen hij vernam dat wij na een korte vlucht van Hurghada naar Sharm-el-Sheikh, met een taxi dwars door de Sinaï-woestijn langs de Golf van Akaba Israël gingen bezoeken.
Niets neonazi, ik stond voor een rasechte, originele, met het verstrijken der jaren onaangetaste nazi. Nadat mijn verbijstering was weggetrokken, voelde ik wonderlijk genoeg dat ik me midden in een heel waardevolle ervaring bevond. Alle oorlogsfilms en -documentaires die ik tot dan toe had gezien, waren niet schokkender geweest dan dit ene moment. Hier ontmoette ik het fanatisme van het nationaalsocialisme in levenden lijve.
Wat de doen met ervaringen die als controversieel bestempeld kunnen worden? Of controversiële uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek? In Science verscheen ooit een editorial Freedom of inquiry (Stetten, 1975). Daarin wordt een onderscheid gemaakt tussen de manier waarop de resultaten zijn verkregen, en de resultaten zelf. Boven elke discussie verheven is dat kennis op een integere manier verkregen moet worden. Voor de rest stelt de auteur vrijheid van onderzoek op dezelfde lijn als de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid: “Some of the consequences of constraining freedom of inquiry are well known. Jacob Bronowski recently reminded us that the loss of Italy's lead position in the Renaissance of science followed immediately upon and doubtless was caused by the adverse judgment of the Inquisition against Galileo, which forbade certain lines of inquiry.” Neem uw vrijheid dus in het publiceren van uw bevindingen. Want ook schokkende kennis, is kennis.
D. Stetten (1975). Freedom of inquiry. Science, 189(4207), p. 951. doi:10.1126/science.189.4207.951
01-07-2020